Uit te voeren in basisuitrusting en in buddyteams (zwemvliezen, duikbril, snorkel, lood):
- Te water gaan van de bassinrand met schrede sprong.
- 100 meter op de buik zwemmen.
- 50 meter op de rug zwemmen waarbij minstens 1 hand voor het hoofd gehouden wordt.
- Te water gaan van de bassinrand met achterwaartse rol.
- Vanaf een diepte van 2 meter een duikring van 5 kilo opduiken.
- Aansluitend 1 minuut watertrappelen met het gewicht in de hand.
- 25 meter vervoeren van een drenkeling in duwgreep.
- 25 meter vervoeren van een drenkeling in sleepgreep.
- Duikbril leeg blazen (al zwemmend in het ondiepe water).
- 10 meter onderwater zwemmen op de rug (buddy zwemt tegelijkertijd boven je mee).
- Te water gaan van de bassinrand met schrede sprong, vervolgens 50 meter zwemmen in borstslag op tempo, daarbij 4 duikbordjes, die over de lengte van de baan verdeeld zijn ophalen. Bij elk duikbordje boven komen en snorkel leegblazen. 25 meter zwemmen in buddyteams hierbij wordt de buddybreath-techniek toegepast. 1 snorkel per buddyteam, snorkel na iedere 2 ademhalingen wisselen.